Het barokke werk van Paul Kubic zweeft tussen droom en werkelijkheid.
Mythologische figuren worden geassembleerd in decors die sprookjesachtig lijken, maar dat niet zijn.
Zijn monumentale constructies kan men beschouwen als architecturale groeiprocessen die verwijzen naar ervaringen uit de geschiedenis.
Afwisselend brengt hij zowel vegetarische als constructivistische elementen in zijn werk. Het luisteren naar de materie en die omvormen tot iets tastbaars, bereikt Kubic het best door zijn percepties in evenwicht te brengen met zijn intuïtie.
De creatie van vormen met enige verbeeldingskracht, de hervormde massa’s staal die pas later in het geheel van de constructie herkenbaar worden, scheppen een sfeer van complexiteit die de aanschouwer met verbazing tot nadenken dwingt.
Van dichtbij zijn het soms schijnbaar lyrisch gevormde stukken metaal die geassembleerd worden tot bizarre wezens. Maar pas van op afstand straalt het geheel als een theater, gracieus en monumentaal.