Geeft mens en dier een bezielende gedaante met een boodschap van sereniteit en menselijke kwetsbaarheid. Zijn archetypen zijn gestalten die én dynamisch én hiëratisch zijn.
Bij het boetseren brengt hij ijzeren steunpunten in zijn boetseerklei waardoor er barsten ontstaan bij het bakken. Deze barsten worden behandeld met een plaasterlaag waarbij hij op bepaalde plaatsen de terracotta laat tevoorschijn komen. Door deze ingrepen is het alsof hij ons in zijn beelden iets wil vertellen over het ontstaan van mens en dier. Hij doet ons herinneren aan oude culturen uit de Mesopotamische of de Precolumbiaanse periode.
Vanuit de kern van bepaalde beelden tracht hij de beweging in de ruimte voort te zetten waardoor een voortgezette vorm wordt gesuggereerd. Het vormt een streven naar ruimtelijkheid en naar de integratie van de beweging. Zijn enthousiasme voor het keramiek beeldhouwwerk lijkt steeds meer tot ontplooiing te komen door zijn ontdekkingstochten met aanverwante materialen en toevalligheden die hij op een onuitputtelijke manier schijnt te verwerken in zijn laatste werken.
Zijn versteende beelden zijn een ode aan een onsterfelijke scheppingsdrang die zich voortzet vanuit het verre verleden naar de moderne toekomst.