Het werk van Roos Mannaerts vertoont in de verwantschap met de Grieks-Romeinse traditie, een manier van werken die verwijst naar dergelijke sculpturale vormen waarbij de realiteit zich versmelt met de verbeelding.
Zij keert terug naar een harmonie van lijnen en vormen. Vormen die deze mediterrane beschavingen steeds hebben voorgehouden; een terugkeer naar intimiteit.
Het zoeken naar eenvoud resulteert in plastische koppen of figuren die stilistisch elegant blijven. Heel wat afwisseling zoekt zij ook in haar verscheidenheid in patina. Elk beeld krijgt een aparte behandeling van de patineerster.
Haar vrije portretten staren met een blik op oneindig en vertonen een poëtisch rijke directheid.
Een vleugje fantastiek kenmerkt eveneens haar ganse oeuvre.